De bloemenbuurten van Noord

Amsterdam Noord in de vorige eeuw

Amsterdam-Noord in de vorige eeuw – bloemenbuurten
Deel 12 van 18

Door: Albert van der Vliet (†)


Mosplein en Mosveld liggen centraal in de bloemenbuurten van Noord en zijn altijd publiekstrekker geweest. In 1922 werd begonnen met een markt op het Mosveld. Eind jaren twintig bespeelde de Volewijckers het Mosveld. Het Mosplein kreeg een bioscoop, Astoria. In de jaren zestig verrees er naast het Mosplein een ziekenhuis.

De bloemenbuurten in oud Noord liggen ten westen van het Noordhollandsch kanaal, in de Buiksloterham. De Grasweg kreeg zijn naamin 1912 en is de oudste weg of straat met een floranaam in Noord. De Distelweg is van 1914 en de Asterweg van 1915. Deze drie straten liggen op het industrieterrein van de Buiksloterham, ten westen van de Van der Pekbuurt.

Er zijn acht bloemenbuurten te onderscheiden in Noord. De jaartallen geven aan wanneer de straten zijn aangelegd.De woningbouw was meestal een paar jaar later klaar. De straten in de Van der Pekbuurt zijn opgeleverd in 1919 en de woningen waren klaar in 1921.

Straat en huis
1. Grasweg, Distelweg, Asterweg (sinds 1912)
2. Dorp Obelt (1917-1929)
3. Van der Pekbuurt (1919)
4. Disteldorp (1919)
5. Tussen Van der Pekbuurt en Floradorp (1922)
6. Asterdorp (1926 -1955)
7. Floradorp (1927)
8. Hagedoornweg en Klimopweg (1933)

De Van der Pekbuurt is gebouwd vanaf 1919 en was klaar in 1921. De naam verwijst naar de architect van de buurt, Jan Ernst van der Pek (1865-1919). Na zijn overlijden, op 26 maart 1919, werden buurt, hoofdstraat en een plein als eerbetoon naar de idealistische architect vernoemd. (Zie ook aflevering 1 van deze serie.)

Er zijn nog twee personen vernoemd in de Van der Pekbuurt: Eduard (Eli) Heimans (1861-1914) en Jacobus P. Thijsse (1865-1945). Beiden waren pioniers van de natuurbeweging in Nederland. De Heimansweg kreeg zijn naam in 1920 en het Jac. P. Thijsseplein heet zo sinds 1946. Alle andere straten in de Van der Pekbuurt hebben namen van wilde bloemen en planten.

De woningbouw van Disteldorp was al in 1918 gereed. De bestrating volgde een jaar later. Dat was uitzonderlijk, meestal waren de straten eerst klaar. Disteldorp was bedoeld als nooddorp, om de woningnood te bestrijden, en zou tien jaar meegaan, maar het dorp bestaat nog steeds.

De buurt tussen de Van der Pekbuurt en Floradorp is ook een bloemenbuurt. De buurt bestaat uit twee gedeelten, aan weerszijden van het Mosveld. Het zuidelijke deel ligt tussen de Hagedoornweg en het Mosveld. Het noordelijke deel tussen het Mosveld en de Sneeuwbalstraat.

Johan van Hasselt (1859-1916) ontwierp een kanaal voor Noord dat drie jaar na zijn dood werd aangelegd en zijn naam kreeg. Van Hasselt was directeur van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Het middengedeelte van het kanaal zou het laatst aangelegd worden. Dat deel kreeg tijdelijk voetbalvelden, aan weerszijden van het Mosplein, maar het middenstuk van het Van Hasseltkanaal werd nooit gegraven.

In 1922 kreeg het Mosveld voor het eerst een markt. Mosveld en Mosplein zijn in datzelfde jaar aangelegd. De Van der Pekbuurt was net opgeleverd en ten zuiden en ten noorden van het Mosveld werden nieuwe woonwijken gebouwd. In 1923 kreeg ook Tuindorp Oostzaan een markt, maar in 1924 bestaan beide markten al niet meer. Misschien kwam het initiatief iets te vroeg. Floradorp bijvoorbeeld werd pas bewoond in 1929.

Vanaf 1927 heeft de Volewijckers het voetbalveld op het Mosveld bespeeld. Dat heeft de voetbalvereniging gedaan tot 1964. In dat jaar verhuisde de Volewijckers naar sportpark Buiksloterbanne. In de tussenliggende periode verwierf de Volewijckers landelijke bekendheid. In 1944 werd de club uit Noord landskampioen. Begin jaren zestig speelde de Volewijckers in de eredivisie. Het elftal bestond uit jeugdige spelers, uit de eigen kweek, die de Mosveldbaby’s werden genoemd.

bloemenbuurten
Zo zag het Mosveld eruit in 1962. De foto is genomen in noordoostelijke richting. Drie jaar later zou het speelveld van de Volewijckers omgewoeld worden. De Van Hasseltweg werd aangelegd op een strook van het Mosveld, dat de markt van het Mosplein overnam. (Foto: Stadsarchief Amsterdam)

Op vrijdag 17 mei 1929 ging bioscoop Astoria open, op de hoekvan het Mosveld en het Mosplein. Het gebouw was ontworpen door Willem Noorlander (1877-1940), de architect die ook woningbouw in de buurt heeft ontworpen. Astoria kon 500 bezoekers ontvangen. De enige bioscoop van Noord had behalve het witte doek ook een orkestbak, kleedkamers en een toneel.

Artiesten traden op als extra attractie in de pauzes en verzorgden soms ook een avond zonder filmvertoning. Directeur J.J. Otter liet op 1 mei 1933 Esther de Boer-Van Rijk optreden in zijn theater. Het Waterlandsch Fanfarecorps haalde de actrice op bij de Tolhuispont en begeleidde haar muzikaal naar de bioscoop. In 1938 werd de capaciteit uitgebreid naar 600 stoelen.

Jo Otter, dochter van de directeur, voerde na de oorlog enkele renovaties door in Astoria, waardoor de bioscoop een grootstedelijk aanzien kreeg. Medewerkers waren de in het zwart geklede ouvreuse van het balkon, een portier, drie operateurs en twee zaalmedewerkers om de plaatsen aan te wijzen.

Na de oorlog was Astoria erg populair. Jo Schlee-Otter draaide elke week een andere film. Ze koos voor een vrolijke of een spannende film, de twee genres die het publiek in Noord op prijs stelde. Slechts één keer werd een film geprolongeerd: Geheim agent 007. In de jaren zestig werd Astoria, net als veel bioscopenin de stad, het slachtoffer van de opkomst van de televisie. Een ander nieuw verschijnsel nam de zaak over, de supermarkt. De bioscoop werd een filiaal van Albert Heijn. Op 5 december 1966 sloten de deuren van de enige bioscoop in Noord.

In 1934 was er weer sprake van een markt in Noord. Het Mosveld was het domein van de Volewijckers geworden en daarom stond de markt op het Mosplein, in het verlengde van de Kamperfoelieweg. Het was een hulpmarkt en dat betekende dat de gemeente elk jaar besliste of de markt werd voortgezet of opgeheven. Een hulpmarkt kon ook een vaste markt worden. Op de Mospleinmarkt stonden kooplieden en venters. Venters liepen destijds met een mand of kar hun waar uit te venten. Dat konden lompen zijn, maar ook groente en fruit. Alsde werkloosheid toenam, werd er meer gevent op straat. De venters brachten hun koopwaar het liefst aan de man in drukke winkelstraten en dat werd een probleem. De gemeente wees standplaatsen voor venters aan, zoals de hulpmarkt op het Mosplein.

Deze foto, van oktober 1965, is genomen vanaf het dak van het ZAN. Dit eerste ziekenhuis van Noord werd officieel geopend in 1966. De markt ligt nog op het Mosplein, maar verhuist nog dezelfde maand naar het Mosveld. Bioscoop Astoria hield op te bestaan in december 1966. (Foto: Stadsarchief Amsterdam)

Ten westen van het Mosplein moest het voetbalveld plaats maken voor het eerste ziekenhuis in Amsterdam-Noord, het ZAN. Dit ziekenhuis heeft maar kort bestaan, van 1966 tot 1987. Het Boven IJ-ziekenhuis, bij het Noordhollandsch Kanaal en de IJdoornlaan, kwam ervoorin de plaats. De ziekenhuisflat naast het Mosplein werd een hotel.

Vanaf eind 1965 werd op het Mosveld een verbinding met de nieuwe IJtunnel aangelegd. Deze verbindingsweg ligt op een strook van het oude Mosveld en eindigt op het Mosplein in een T- vorm, die de bult wordt genoemd. De weg, die ligt op het traject waar het kanaal gegraven had moeten worden, werd daarom Van Hasseltweg genoemd en was in 1970 gereed.

Vóór 1965 lag de markt ten westen van het terrein van de Volewijckers, op het Mosplein. Daarna werd de markt een kwartslag gedraaid en verplaatst naar het Mosveld, waar de markt ooit was begonnen. De Mosveldmarkt ligt daar nog steeds, drie dagen per week, op woensdag, vrijdag en zaterdag.

Aparte aandacht verdienen nooddorp Obelt en woondorp Asterdorp, die beide verdwenen zijn. Dat gebeurt in een volgende aflevering. Kamperfoelieweg en Floradorp komen ook nog aan bod. Daarna staan de vogelbuurten centraal.


>> Ga verder naar deel 13: De bloemenbuurten van Noord (2) 

Overzicht alle 18 afleveringen Amsterdam Noord in de vorige eeuw


Bronnen bloemenbuurten:
1. Stadsatlas Amsterdam; stadskaarten, straatnamen verklaard. Redactie Martha Bakker. Amsterdam, 1998. De Stadsatlas geeft een alfabetische opsomming van alle straatnamen in de gemeente. Beschreven wordt naar wie of wat de straatnaam verwijst en wanneer de naam gegeven is. Stadsatlas pagina 10: ‘De datum van het raadsbesluit (Rb.) geeft aan in welk jaar de straat vernoemd is. Meestal is dit tevens het jaar waarin de straat gebouwd is.’ De straten in de bloemenbuurten van Noord dragen namen van bloemen maar ook van planten, wilde planten, sierplanten en heesters. De bloemenbuurten zouden florabuurten moeten heten, maar die naam is al vergeven aan Floradorp.
2. Françoise Paulen. Atlas sociale woningbouw Amsterdam. Amsterdamse Federatie van Woningbouwcorporaties, 1992. Totaaloverzicht van het woningbezit van woningcorporaties in Amsterdam in plattegronden, foto’s en eigendomsgegevens. Uit de Atlas sociale woningbouw blijkt dat de bebouwing gemiddeld een paar jaar later klaar is dan de bestrating. De Atlas vermeldt ook de architecten van de huizen en de woningbouwvereniging.
3. Jac. van der Kar. De geschiedenis van de Markt-en Straathandel. Amsterdam, 1982.
4. Wil Swart. Amsterdam-Noord 1850-1930; de geschiedenis achter de feiten. Alkmaar, 1990.
5. Richard van Bueren. Saturday night at the movies; het grote Amsterdamse bioscopenboek. Deel 1, Oss, 1996. Deel 2 + 3, Amsterdam, 1998.


© 2011-2012 Albert van der Vliet. †
Op deze publicatie berust auteursrecht. Niets uit deze publicatie mag op enigerlei wijze worden gepubliceerd zonder voorafgaande toestemming van de nabestaanden Albert van der Vliet.


Wiki over bloemenbuurten


Amsterdam Noord

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -