
De bouw van de IJ-tunnel heb ik van A tot Z meegemaakt. Nee. Niet helemaal waar, de Z niet, want het gemeentebestuur heeft met de opening van de tunnel in 1966 gewacht tot ik het het ouderlijk huis aan de Adelaarsweg had verlaten. Die bouw voor onze neus fascineerde mij enorm. Nog weinig had ik toen weet van de ecologische ramp die Park-sloop heette. Wat ik niet begreep was, dat er mensen tegen de aanleg waren. Later wel, toen ik hoorde dat de Noorderlingen die op de fiets naar de stad gingen ondanks de tunnel gewoon met de pont het IJ moesten oversteken.
Tijdens de bouw en de aanleg van de wegen keek ik regelmatig uit het raam hoever de sloop gevorderd was, hoe de kolossale vrachtwagens hun gigantische hoeveelheid hout konden torsen, hoeveel baggerschuiten in de weer waren op de plas waar eens het park was en of ik al de overkant van het kanaal kon zien.
Mijn interesse ging ook uit naar de bouw die je NIET kon zien, het gedeelte onder Amsterdams Peil. Wat zich daar in het duister moest afspelen, ging ieders fantasie te boven, behalve de mijne.
Bij een wandeling laat op een avond op de plek waar nu de ventilatortorens staan werd ik bij een wacht huisje tegengehouden door een soort wacht met een oranje hesje. Hij vroeg wat ik kwam doen en toen ik vertelde geïnteresseerd te zijn in de bouw, pakte hij zijn telefoon die in het wachthuisje aan de wand hing en smoesde met iemand die zich waarschijnlijk ver onder A.P. bevond.
Ja, mag wel. Ik kon met hem mee naar beneden, naar de plek waar gewerkt werd aan de bodem van de tunnel. Helm op en met een bouwlift naar beneden. Ik stapte uit en viel van verbazing helemaal stil. Een enorme ruimte strekte zich voor me uit, een soort betonnen hal die vol lag met buizen, steigers, betonnen platen en bouwlampen die volop schenen. De wacht legde mij uit waarvoor alles diende en ik knikte als een onwetende die instemt met alles wat de leraar vertelt.
Aardige lui, die twee, maar ja, ik moest weer naar boven. Halverwege bleef de lift nog even steken en ik kreeg al nachtmerries bij de gedachte dat we hier eeuwig zouden moeten blijven. Of een paar uur. Plotseling schokte de lift en gleed daarna verder soepeltjes naar boven. De liftdeur zwaaide open en ik stapte naar buiten de donkere nacht in. Achter mij sloeg de liftdeur met een keiharde klap dicht.
Toen werd ik wakker.
Dick de Scally
© 2025 Dick de Scally. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Een column van Dick de Scally
Dick schrijft zijn columns geheel op eigen titel.
Overzicht van Dick zijn columns.
Gerelateerd:
Amsterdam Noord Heelal van mijn jeugd Deel I