
Tony:
Herinneringen aan het Volewijckpark? Waar moet ik beginnen? Ik ben er vanaf mijn vierde tot en met mijn twaalfde jaar dagelijks vier keer door- of langsgelopen. Dat is van de zeg 300 keer per jaar 8 x 1200 = 9600 maal! En toch zoveel, zo niet alles vergeten! Maar dit drama niet.
Met mijn grotere broertje en andere jongens uit zijn klas liepen we door het park richting Kraaienplein. Ter hoogte van de Rietzangerweg, het straatje tegenover de Mussenstraatschool, kwam het tot een handgemeen tussen mijn broer en jongens van di school. Ik kromp ineen, want ik wist dat mijn broer een steenpuist op zijn achterwerk had. Door de rake klappen die hij kreeg, moest hij het natuurlijk afleggen. Ik stond erbij en de tranen stroomden over mijn wangen. Plotseling riep een van de vechtersbazen: ‘Jonges, ophouwe! Se kleine broertje staat te janke!’ En zowaar, ze hielden op.
Nico:
Tijdens de oorlogsjaren werd het park goed onderhouden, ook nadat de Vogelbuurt, het park en de Florabuurt aan de andere kant van het kanaal getroffen werden door bommen die bestemd waren voor de Fokkerfabrieken elders in Noord. Pas toen de eerste bommen vielen en de dakpannen naar beneden kwamen – het was stralend weer, de ‘grote vakantie’ was juist begonnen – ging het luchtalarm. Velen vluchtten na het bombardement naar het park of trokken via het park naar Buiksloot waar men zich veilig waande. De paden daarheen lagen bezaaid met takken en grote kluiten aarde die door twee of drie bominslagen de lucht in geslingerd werden. Ernstiger waren de gevolgen voor de huizen die getroffen werden aan beide zijden van het kanaal.
Dick:
Ook ons huis aan de Adelaarsweg 93 was zo zwaar beschadigd dat onbewoonbaarheid de diskwalificatie was. In totaal 9 maanden huisden we als evacués in een vrijstaand huisje aan de Van Beekstraat in Landsmeer.
Bob:
We hoorden het lawaai van aanstormende vliegtuigen eerder dan dat we ze zagen. Nieuwsgierig geworden gingen we voor het raam staan van de Adelaarsweg 93 eenhoog, met ruim uitzicht over het Volewijckpark. Mijn moeder had mijn broertje Dick van nog geen jaar oud op haar arm en samen met zusje Paula en oudste broer Tom wachtten we op … ja, waarop eigenlijk?
Ik was vijf jaar en herinner me nog heel goed de vliegtuigen die vanuit de richting van het park recht op ons huis afkwamen. Inmiddels hadden ze de bommen al laten vallen. Wisten wij veel dat ze die dag in juli 1943 bestemd waren voor de Fokkerfabrieken aan de westkant van Amsterdam Noord?
Het gierende geluid dat voorafgaat aan dreunende ontploffingen hoor ik nog steeds. Het hele huis sidderde en een tel later lag de hele familie door de luchtdruk achter in de kamer tegen de tussendeur. Niemand was gewond, alleen het huis was behoorlijk beschadigd. Er waren ruiten gesneuveld, muren omgevallen en een half plafond was naar beneden gekomen.
Blijven kon niet, dus we moesten elders ondergebracht. Mijn moeder en de twee jongsten vertrokken met de bus naar Landsmeer. Hoe mijn vader het voor elkaar heeft gekregen, is mij nog altijd een raadsel, maar hij organiseerde ’s middags een bakfiets, zette daar de nodige spullen op, plus mijn broer Tom en ik, en reed naar een huisje aan de Van Beekstraat in Landsmeer. Hoe kwam hij daaraan? Ooit vergeten te vragen. Volgens de overlevering is hij met die bakfiets in een bocht nog omgevallen ook. Alle spullen, inclusief de gezinsleden lagen in een droge greppel. In films zou iedereen hier in lachen uitbarsten, maar dat is film.
We hebben het overleefd. Na negen maanden Landsmeer waren we terug op de Adelaarsweg.

© 2025 Dick de Scally. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Overzicht alle afleveringen “Het park en wij“.
Dick maakt deze serie geheel op eigen titel.
Reageren op Bombardement juli 1943? Voor nu kunt u contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website.
Wij sturen dan uw mail door naar Dick.
Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief
Gerelateerd: NIOD over het bombardement van Amsterdam-Noord in kinderdagboeken
Amsterdam Noord Bombardement juli 1943