Botsing

Het park en wij
Botsing

Aan de kant van het plein dat de entree vormde, lag het tuinhuisje van het ‘personeel’ van het park. Pal achter het huisje lag een sloot, waaraan ik een herinnering heb die ik wel eens in gezelschap heb verteld. Ik ben echter aan de waarheid gaan twijfelen door de reacties van de toehoorders: ‘Ach joh, dat kan helemaal niet!’. Toch wel. Luister. De sloot vroeg erom te worden oversprongen. Slootjespringen was een werkwoord. Achter het tuinhuis was geen ruimte voor een aanloop. De uitdaging was dus om zonder aanloop het water te overbruggen.

Aan de overkant was wel een aanloop mogelijk, maar alleen een schuine benadering. Stel je voor. Aan de ene kant een springer, klaar voor een sprong zonder aanloop. Aan de andere kant ook een springer met schuine aanloop. De ‘schuine’ springer ziet niet dat de ander gaat springen. Plotseling springen ze allebei en komen elkaar precies boven de sloot tegen met twee natte pakken tot gevolg. Die botsing boven de sloot en de val heb ik gezien. Sensationeel. Geloof het of niet, stel het je alleen voor. Wat hebben we gelachen! 

Speelplaats 

Het personeel van het park bestond uit parkwachters, die ook het park bijhielden. Zo’n drie, vier mannen bij elkaar. Het enige nut dat zij voor ons hadden was dat je met ze kon spelen en ze speelden gelukkig ons spelletje altijd mee. Dat spel heette: parkwachter plagen. De partijen waren ongeveer even sterk. Niet in aantal, want een grote groep jongens stond tegenover hooguit drie parkwachters en tuinmannen. Maar zij waren in het bezit van wapens: een zwarte bouvier, papierprikkers en een schoffel. 

Boompie klimmen
Het Park. Dit soort schuine bomen vroeg erom beklommen te worden.

Het spel begon er altijd mee dat we niks mochten. Voetballen op het gras, boompie klimmen, slootjespringen, schiereiland besluipen, bruggen bouwen naar de eilanden in de vijver, hekkie springen, alles was verboden. We zochten een van de verboden uit, erop rekenend dat je gezien werd. Of gehoord. Want onze troep schreeuwende schoffies bleef niet lang ongezien in het park. Dan begon het spel.  

Als je gepakt werd door een parkwachter, moest je je naam opgeven, want dan zou hij wel eens even bij je ouders langsgaan. Iedereen gaf altijd de naam en het adres op van een ander en zo kon het gebeuren dat een van de parkwachters na beëindiging van zijn dagtaak langskwam en een heel gesprek voerde met je ouders over iets dat jij zeker niet had gedaan. Eén keer heeft een parkwachter zich vergaloppeerd en een papierprikker naar een van ons gegooid. Hij gooide, gelukkig voor hem, mis. Eén keer heeft een parkwachter zijn hond op ons losgelaten. Een winkelhaak in een broekspijp was het resultaat plus een enorme verontwaardiging van de jongensgroep. In al die jaren, tijdens al die uren waarin het parkwachtersbloed onder hun nagels vandaan werd gehaald, hebben slechts twee parkwachters zich even laten gaan. Een van die mensen was tuinman Sikkel. Over diens tragische dood volgt verderop het verhaal. 


© 2025 Dick de Scally. Op deze publicatie berust auteursrecht.

Overzicht alle afleveringen “Het park en wij“.

Dick maakt deze serie geheel op eigen titel.
Reageren? Voor nu kunt u contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website.

Wij sturen dan uw mail door naar Dick.

Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief 


Gerelateerd:


Amsterdam Noord

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert kun je een donatie doen via deze pagina.
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)