
Groot en klein, gevaarlijk en ongevaarlijk zijn in een jeugd relatieve begrippen. De speeltuin waarin je na lang zeuren iedere woensdagmiddag mocht doorbrengen, was een ongevaarlijk heelal om de grenzen van je kunnen te verkennen. We waren tijdens die speurtocht heel vindingrijk. Ouderen noemden het kwajongensachtig.
De speeltuin In de Sijsjesstraat had z’n veiligheidsregels die voor ons geen enkel nut hadden en dus werden genegeerd. In de uithoeken van het voor kinderen immense, met zand en grint bedekte terrein bevonden zich een paar speelwerktuigen die ons spel moesten stimuleren. Ze stimuleerden wel, maar anders dan was voorzien. Niets werd gebruikt op de manier zoals het was bedoeld. Bij de hoge schommels bijvoorbeeld was het de kunst de touwen zo in elkaar te draaien, dat je vanaf grote hoogte in een razendsnelle pirouette terug en naar beneden draaide. Je moest je stevig vasthouden want de middelpuntvliedende kracht (kende ik dat woord toen?) was oersterk, maar overkomelijk. Was de schommel eindelijk uitgedraaid, dan stapte je er met het neutraalste gezicht van de wereld af. Dat je draaierig en straalmisselijk was, werd niet getoond, dat was een van de regels van het spel.
Nooit ben ik via de trap de glijbaan opgegaan. Waarom zou je ook? De trap was meestal bezet door doetjes, hoewel we dat woord niet kenden. Wachten op de trap was puur tijdverlies. Je was veel sneller boven via de ijzeren stellage onder de glijbaan. Het was boven dan wel even dringen, maar vóór ging je toch. Een andere manier van beklimmen ging via de glijbaan zelf. Je kroop op handen en voeten de steile baan op, ervoor zorgend dat je de naar beneden suizende kinderen ontweek. Als er een aankwam, en dat gebeurde bijna onafgebroken, zette je handen en voeten op de smalle richel aan weerszijden van de baan en de glijers zoefden keurig onder je door. Iedereen tevreden. ‘Botsing’ en ‘valpartij’ kwamen niet in ons jongensjargon voor. Toen ik kortgeleden die glijbaan terugzag, verbaasde ik me erover dat ik voor het eerst de boven het zand uitstekende betonnen blokken zag die de stellage van de glijbaan dragen. Nooit gezien, toen.
Volgende keer over het zwembad, een betonnen bak van minimale afmetingen met steenjkoud water. Brr…
Dick de Scally
© 2025 Dick de Scally. Op deze publicatie berust auteursrecht.
Een column van Dick de Scally
Dick schrijft zijn columns geheel op eigen titel.
Overzicht van Dick zijn columns.
Gerelateerd:
Amsterdam Noord Heelal van mijn jeugd Deel I