De metamorfose van het IJ

Oostelijke Handelskade met op de voorgrond de IJ-haven. 1904 [Stadsarchief Amsterdam]

Het is nu niet meer voor te stellen dat het IJ lang geleden een rivier of misschien zelf een zeearm was. In de Romeinse tijd was het Oer-IJ mogelijk de verbinding tussen het water dat in de Middeleeuwen Almere genoemd zou worden en de Utrechtse Vecht.

De verbinding met de Noordzee verdween later terwijl het IJ door het ontstaan van de Zuiderzee aan het eind van de 12e eeuw steeds breder werd. Er werden dijken langs het IJ aangelegd; aan de zuidzijde vanaf de Amstel in oostelijke richting en aan de noordkant de Waterlandse Zeedijk waarlangs de dorpjes Durgerdam, Schellingwoude, Nieuwendam en Buiksloot ontstonden.

In de 17e eeuw was het IJ de belangrijkste haven ter wereld geworden. De handel bloeide als nooit tevoren en Amsterdam breidde zich razendsnel uit. Langs de grachten verschenen talloze huizen die zowel aan de buitenkant als in de interieurs grote welvaart uitstraalden.

Luchtfoto Oostelijk Havengebied, Spoorwegbassin, Borneokade. Augustus 1974 [Stadsarchief Amsterdam]

In de 19e eeuw had de omvang van het tot aan Velzen reikende IJ dusdanige proporties aangenomen dat besloten werd dat het grotendeels ingepolderd moest worden. Tegelijkertijd werd het Noordzeekanaal aangelegd met aan de westkant de sluizen van IJmuiden en bij Schellingwoude de Oranjesluizen waarmee de directe aansluiting met de Zuiderzee verdween.

Aan de noordzijde van het IJ verschenen scheepswerven die in de 20e eeuw een enorme bloei zouden beleven. Aan de zuidzijde werd het Centraal Station gebouwd waardoor vanaf het noorden het gezicht op de stad verdween en vanaf de stad was de noordelijke overkant niet meer zichtbaar. De vele grote vracht- en passagiersschepen die door het IJ naar Amsterdam kwamen en afmeerden in het Oostelijk Havengebied waren vanuit de binnenstad niet meer te zien. De stad lag voor een groot deel niet meer aan het IJ en het noordelijk stadsdeel ging in toenemende mate profiteren van de ligging aan het grote water.

Vanaf 1920 begon de gemeente Amsterdam met de aanleg van diverse tuindorpen die al spoedig internationaal opvielen door hun karakteristieke architectuur. Er kwamen reguliere pontdiensten tussen beide oevers van het IJ. Door de aanleg later van de Schellingwouder Brug en de IJtunnel en Coentunnel lag de weg open tot nog grootschaligere uitbreiding van het stadsdeel Noord. Bij Nieuwendam, Buiksloot en Tuindorp Oostzaan verschenen nieuwe wijken.

Oostelijk Havengebied. 1930 [Stadsarchief Amsterdam]

In het laatste kwart van de vorige eeuw verdwenen de ooit zo beeldbepalende scheepswerven uit het noordelijk stadsbeeld. De herinnering er aan is nog steeds groot. Waar de hellingen en scheepskranen waren verschenen langzaam maar zeker steeds meer culturele instellingen en ateliers van kunstenaars die veel bezoekers trekken.

Spectaculair voor Amsterdam en het IJ is natuurlijk Sail dat al vanaf 1975 eens in de vijf jaar gehouden wordt. Het is de grootste maritieme manifestatie ter wereld en elke keer opnieuw blijkt de belangstelling ervoor groter te worden en komen de honderdduizenden bezoekers uit alle windstreken. Al vanaf de sluizen in IJmuiden staan er langs het Noordzeekanaal talloze kijkers en eenmaal aangekomen op het IJ is er voor de grote beroemde zeilschepen bijna geen ruimte meer om naar de eindbestemming te manoeuvreren.


© 2019 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.

Overzicht alle afleveringen Amsterdam-Noord van Y tot stadsdeel.

Ruud maakt de series geheel op eigen titel.
Reageren? U kunt contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail aan Ruud Borman door.

Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief


Amsterdam Noord

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -