De speeltuin

Speeltuin

Al een tijd ben ik op zoek naar een foto van de speeltuin die recht tegenover ons huis aan de Wingerdweg in Amsterdam Noord. Ik wist dat die foto bestond maar ik kon de foto maar steeds niet vinden. Als ik op mijn kleine slaapkamertje uit het raam keek, was dit het uitzicht. In mijn boek heb ik het ook al over dit uitzicht gehad. Die speeltuin heette in die tijd ASV. Bloemenkwartier. Wij schrijven ongeveer 1961. Het was een tijd dat kinderen nog gewoon buiten speelden en  ik was 11 jaar oud. Deze foto roept bij mij veel herinneringen op.

Toen ik jong was,  klom ik met mijn twee jaar oudere broertje op en in de houten klimkooi van meer dan drie meter hoog. In het begin  werden we dan begeleid door één van mijn oudere zussen die dan de opdracht had gekregen van onze moeder om goed op te letten op die belhamels te passen zodat die geen gekke kapriolen uithaalden in de klimkooi. Ik denk overigens dat deze klimkooi in deze tijd afgekeurd zou worden omdat ie veel te hoog en te gevaarlijk was. Verder speelden we veel in de zandbak, op de glijbaan of zaten we op de schommel. Er waren twee schommels, een lage schommel voor de kleine kinderen en een hoge schommel voor de oudere kinderen. Eigenlijk was het aantal speeltoestellen beperkt maar daar hadden wij als kinderen geen erg in. Waar in Amsterdam hadden kinderen zoveel speelruimte?  

Natuurlijk was er ook toezicht. Links van de ingang stond een klein gebouw met een klein hokje voor de portier. Verder waren er ook nog twee primitieve kleedkamers met koud water en een rommelhok. De kleedkamers waren er voor de zondag als er korfbalwedstrijden werden gespeeld. 

Toen mijn broertje en ik ouder werden was de speeltuin voor ons vooral de plek waar wij veel voetbalden. Het moge duidelijk zijn dat het toezicht van een oudere  zus toen niet meer nodig was maar dit even terzijde. In de zomer als de speeltuin ’s avonds gesloten was, klommen wij over het hek  zoals op de foto ook te zien is om daar toch ons favoriete spelletje te kunnen spelen. En dat deden we soms ook met spelers van het eerste team van de Volewijckers, de wereldberoemde Mosveld baby’s. Henkie Looyen woonde verderop op de Wingerdweg en Henk Ellens was zijn vriend en soms voetbalden zij met ons mee in de speeltuin.  Je kunt je nu niet meer voorstellen dat een speler uit Ajax ’s avonds nog met een partijtje voetbal in speeltuin meedoet!

De speeltuin Bloemenkwartier was ook de thuishaven van de korfbalvereniging OBZB. Die speelden er officiële wedstrijden. Vanuit mijn slaapkamertje keek ik zondagmorgen naar de korfbalwedstrijden. Twaalf huppelende jongens en meisjes bij ieder team.  Voor de wedstrijd werden de lijnen uitgelegd. Dat waren touwen met op de hoek een blok beton. Korfbal was in die tijd een vooruitstrevende sport. Wij, de Nederlanders hebben het spelletje bedacht en we zijn er nog steeds heel goed in. Wij zijn al 11 keer wereldkampioen geworden! 

Korfbal was toen in Noord in de bloemenbuurt in de wijk Zomers Buiten heel populair. Veel jongens en meisjes uit de straat zaten op korfbal. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het niet een stoere sport vond. En dat het veld ook nog eens in drie vakken was verdeeld, maakte het voor mij helemaal niet aantrekkelijk. Ik wilde vrijheid,  over het gehele veld zwerven en niet belemmerd worden. Kortom, ik voetbalde op zaterdag bij mijn club, de Volewijckers en hield het op zondermorgen alleen bij kijken vanuit mijn zolderraam naar de jongens maar vooral naar de dartelende meisjes met korte rokjes. 

De korfbalvereniging  OBZB, de afkorting van “Ons Belang Zomers Buiten” werd door ons,  jongens die toch meer van voetballen hielden gekscherend “Onze Baby Zonder Billen” genoemd. Ik kan mij niet herinneren dat we dat in het bijzijn van de korfballers die naam ook gebruikten. Ik denk het overigens niet. 

Nadeel in de speeltuin was echt de ondergrond. Dat was namelijk grind en een val op deze ondergrond was dus heel pijnlijk. Zowel voor de korfballers maar ook bij het voetballen ging er wel eens iemand onderuit en was het soms huilen want bij een val kon je je been behoorlijk openhalen en vaak kwam er ook nog eens grind onder je opperhuid. Dus heel pijnlijk soms.  

Toch was de speeltuin voor ons een plek waar we veel verbleven. Als we moe waren en geen zin meer hadden om te voetballen, gebruikten we het toegangshek ook wel als volleybalnet. Aan creativiteit dus geen gebrek. 

Het was een mooie tijd.


Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog
Auteur: Een Doodgewone Jongen Uit Amsterdam Noord

© 2024 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.

Wilt u contact opnemen met Harry van Santen de Hoog?
Dat kan via het reactie formulier van Harry.


AmsterdamNoord.com

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -