De tandarts in de jaren 50 en 60

schooltandarts
Foto: Stadsarchief Amsterdam

In de jaren na de oorlog was het slecht gesteld met de tanden en kiezen van kinderen. Ook bij ons in de Florabuurt in Amsterdam Noord. De oorlog, slecht eten, weinig vitamines en de armoede hadden er voor gezorgd dat de kwaliteit van de kindergebitjes in 1950 tot 1960 er vaak erbarmelijk aan toe waren.

Tandenpoetsen was beslist geen dagelijks dingetje en tandpasta was in die tijd voor veel ouders te duur. Ook bij ons thuis was het in het begin niet van vanzelfsprekend dat mijn broer en ik ‘s morgen en voor het slapen gaan onze tanden gingen poetsen.

Toen eind jaren 50 op mijn lagere school de schooltandarts jaarlijks langs kwam, kwam er bij onze ouders maar ook bij mij het bewustzijn dat je de nieuwe tweede serie tanden voor de rest van je leven bij je zou blijven maar alleen als je er heel goed voor zou zorgen. Na je melktanden was er nog maar één kans om je tanden te laten overleven. Deed je dat niet dan moest je je verdere leven door met een slecht zittend kunstgebit waarbij het voor sommige mensen moeilijk was om tijdens het nuttigen van de maaltijd het gebit op zijn plaats te houden. Geen aantrekkelijk toekomstbeeld. 

Eerlijk is eerlijk, mijn vader had zo’n slecht zittend gebit wat voor mijn broer en mij wellicht de reden is geweest om meer aandacht te gaan besteden aan onze tanden. De eerste jaren van mijn leven met mijn melktandjes en kiezen poetste ik mijn tanden dus nog niet. Totdat er een paar tanden een beetje bruin werden.

Toen werd er voor het eerst gezegd: “Pas maar op want als je zo doorgaat, krijg je de wolf in je tanden”. Dat was ongeveer het moment dat ik ging nadenken over tanden poetsen. Gelijktijdig maakte ik op school kennis met de schooltandarts. Hoewel ik mij niet kan herinneren dat de schooltandarts met een bus naar de school kwam, werden wij wel op school gecontroleerd. Ik neem aan door een bevoegde tandarts. Voor het grote werk zoals kiezen trekken en gaatjes vullen moesten wij echter naar het Tandheelkundig Centrum volgens mij in de Bremstraat, achter de Van der Pekstraat.

Voor de kinderen in een gewoon arbeidersgezin was er in die tijd het ziekenfonds. Dat gaf ons de mogelijkheid om gratis naar dit tandarts centrum te gaan. Nou moet gezegd worden dat de tandarts van het Ziekenfonds in die tijd niet bekend stond als een verfijnde tanden kunstenaar. Nee, de tandartsen stonden bekend als slager en/ of smoelensmid. Als je dan ook voor controle werd opgeroepen dan ging je er met knikkende knieën heen. In het gebouw waren volgens mijn herinneringen wel tien verschillende behandelkamers met een grote wachtkamer met houten banken. Als je zat te wachten om opgeroepen te worden dan hoorde je in de verte het geluid van de boor. Dat ging door merg en been. 

Soms ging er een deur open van en behandelkamer en kwam er een huilend kind naar buiten, achtervolgd door een moeder. In de verte hoorde je de behandelende tandarts het kind nog naroepen: “Stel je niet zo aan!”. Geen fijn tafereel als jezelf ook al gespannen was voor wat er zou gebeuren. Zoals gezegd geen verfijnde behandelplannen. Een beetje rotte kies, zeker als het een melkkies was, werd al snel getrokken. Als er gaatjes waren dan werd er geboord en bij meerdere vullingen naast elkaar werd er een hoeveelheid lood ingebracht zodat er een brug ontstond. Ik had een abces onder een kies en was zenuwachtig. In de wachtkamer klonk een keiharde zoemer en op het bord verscheen de tekst: “Volgende patient kamer 4”. 

Mijn moeder en ik stonden op en spoedden ons naar kamer 4. Nu zou het gaan gebeuren! Ik klom in de stoel en deed mijn mond open. “ Tja” hoorde ik de tandarts zeggen: “Die moet er uit”. Een seconde later voelde ik een tang rond mijn aangetaste kies, een korte ruk en voelde ik met mijn tong een holte in mijn kaak. Ik proefde mijn eigen bloed. “Zo, dat was het”, zei de behandelaar. “Hoe oud is hij” aan mijn moeder vragend. “Als het pijn doet, geeft u hem een half aspirientje in een glas water en als het veel pijn doet, een hele. Veel succes”.

Ik had geen verdoving gekregen want daar was waarschijnlijk geen budget voor. En daar gingen wij weer. Ik had best wel veel pijn toen we eenmaal thuis waren. Waarschijnlijk is na deze kennismaking met deze brute smoelensmid mijn angst voor de tandarts ontstaan. Ik ben in ieder geval een aantal jaren niet voor controle naar de tandarts gegaan. Dom, oliedom achteraf zeg ik nu. 

Later toen ik net getrouwd was en naar Purmerend verhuisd was, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en heb mij bij een tandarts aangemeld. Onder voorwaarde dat ik eerst voor eigen rekening mijn gebit moest laten opknappen, stapte ik bij tandarts L. te P. naar binnen. Binnen de kortst mogelijk tijd, trok hij – wel onder verdoving – twee kiezen waaronder een verstandskies. De laatste was moeilijk “te pakken” en brak af. De rekening van de tandarts L. was pittig en mocht ik dus zelf betalen. Gelijktijdig heeft hij meteen een verwijsbrief voor de kaakchirurg meegegeven. Met mijn verstand op nul heeft de kaakchirurg met veel moeite en met meerdere tangen de verstandskies er uiteindelijk uitgekregen. Gelukkig zijn mijn ervaringen met de volgende tandartsen een stuk beter geworden. 


Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog

© 2022 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.

Wilt u contact opnemen met Harry van Santen de Hoog?
Dat kan via het reactie formulier van Harry.


AmsterdamNoord.com

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -