Het Leeghwater lyceum

De 2e klas waarin ik achterin de hoek zit met een lichte trui. Naast mij Freek Meijer. Andere namen die ik mij herinner: Willem Freriks, Jan de Hartog, Albert Walraven, Nico Vogelenzang, Jan Kremers, Thea Blind, Dea Swart, Dolly Galavasie, Tineke ? , Roel ?

In 1962 kwam ik van de Lagere School af. Ik had een mooi eindrapport met veel achten en zelfs negens en daarom mocht ik naar de HBS. Dat werd het Ir. Leeghwater lyceum. Voor een jongen uit een arbeidersgezin was het best wel vooruitstrevend dat je naar de HBS ging. Mijn vader zei altijd: “Zorg dat je op kantoor komt te werken. Het werken in een fabriek is veel zwaarder”.

Hij heeft zijn zin gekregen. Vijf kinderen die allemaal op kantoor terecht gekomen zijn. Ik volgde mijn twee jaar oudere broer naar de HBS. Het Ir. Leeghwater lyceum was die tijd nog een houten noodgebouw aan het eind Van der Pekstraat en de Laanweg, op weg naar de Tolhuispont, aan de linker kant. Begonnen als een dependance van het Ir. Lely lyceum was de naam van de school vlak voor mijn komst gewijzigd in het Leeghwater lyceum.

Hoewel ik op de lagere school goed was in rekenen was mijn eerste kennismaking met wiskunde een drama. Ik begreep er werkelijk geen snars van. Na de eerste algebra les kwam ik thuis en het huilen stond mij nader dan het lachen. Waarvoor had ik in godsnaam wiskunde nodig? Ik zag het nut er niet van in! Wiskunde is ook nooit mijn ding geworden. Ik leerde veel stellingen uit mijn hoofd en paste die te pas en onpas toe en kon dan meestal net een mager zesje halen. De wiskundeleraar was de heer Vogelzang, een al wat oudere leraar die voor mijn gevoel in het leger had gezeten. Helaas heb ik op het gebied van wiskunde weinig van hem opgestoken. Het was niet mijn talent.

Wat ik wel van hem heb geleerd is een heel wijze levensles. In de 1e klas hadden we een jongen met rood haar die we wat betreft zijn uiterlijk en kleding tegenwoordig een “kakkert” zouden noemen. Hij was duidelijk een buitenbeentje in de klas en werd door de klas gepest. De heer Vogelzang had dit in de pauze buiten gezien en heeft ons in zijn wiskundeles direct na de pauze de oren gewassen. Hij heeft ons terecht een spiegel voorgehouden dat het zo gemakkelijk is met een groep om een klasgenoot te pesten. Vanaf dat moment heb ik mij gerealiseerd dat wij als klasgenoten in deze situatie kuddegedrag vertoonden wat niet thuishoort op school maar ook niet in de grote mensenwereld. Uiteindelijk was het voor mij misschien wel de belangrijkste les van mijn hele schooltijd.

Ook voor mij was het begin op het Leeghwater lyceum een spannende tijd met veel nieuwe indrukken. Als eerstejaars (brugpieper) was het een hele omslag ten opzichte van de Lagere School. Soms had je blokken van 2 lesuren maar in principe ging je ieder uur naar een andere les en kwam je in de gangen zowat de gehele school tegen op weg naar het volgende lesuur. In het begin voel je je een beetje verloren in dat strijdgewoel maar na een tijdje in dat wereldje gaat het wennen en kreeg ik vanzelf meer zelfvertrouwen. Daarnaast kom je op deze leeftijd ook nog eens in de pubertijd. Je vind jezelf alleen nog maar belangrijk en je bent ervan overtuigd dat de wereld om jou draait. Ook ik had daar last van. Je een beetje stoer voordoen, hielp.

In het eerste jaar – aangewakkerd door de hormonen – kwam de aandacht voor die andere sekse, de meisjes bij. Het was nog heel onschuldig maar ook heel spannend. Het begon met het plagen van meisjes die voor of achter je in de klas zaten. In de loop van de schooltijd werd het natuurlijk serieuzer. Er ontstonden vriendschappen en verliefdheden. Aangezien ik alleen maar de 3-jarige HBS heb gedaan, heb ik er niet optimaal van kunnen genieten. Het serieuze werk begon pas in de 4e en 5e klas maar toen was ik al aan het werk. 

Het Leeghwater lyceum was best een moderne school met veel normale docenten. Niet heel streng. Werd je de klas uitgestuurd dan kon het zijn dat je een 8- uurtje kreeg. Dan mocht je je de volgende ochtend om 8 uur melden bij de conciërge. Niet dat je dan iets zinvols kon doen maar 20 minuten eerder op school was in de vroege ochtend best wel een vervelende dingetje. Je kon dan nog wel even een boek inkijken als je een proefwerk had maar een echte zinvolle besteding was die tijd meestal niet. In een ernstiger geval moest je je melden bij de rector, de heer Kes. Dat was een aardige man. Hij vroeg je waarom je de les uitgestuurd was en dan kreeg je een preek en dan mocht je weer gaan. Als je het heel bont gemaakt had kreeg je een woensdagmiddag straf. Meestal kon je daar echter gewoon je huiswerk maken.

In mijn klas zat Willem Kalkman en die had volgens mij bijna alle woensdagmiddagen straf. Het deed hem niets. Misschien vond hij het op school wel gezelliger dan thuis! In het docentenkorps zaten best wel een aantal kleurrijke personen. Allereerst was er de heer Poletiek. Hij was conrector en gaf geschiedenis. Hij was in het eerste jaar onze mentor. Hij was misschien wel de strengste leraar maar omdat hij “straight” was en alles goed uitlegde, had ik geen hekel aan hem. Dan was er de heer Holst. Hij gaf Engels en pruttelde ieder ochtend het plein op met een klein ruimteschip. Het was een blauwe Messerschmitt een soort overdekte scooter die hij voor de school parkeerde. In het vehikel was plaats voor twee personen achter elkaar maar de heer Holst kwam altijd alleen. 

Het “ruimteschip” van de heer Holst zag er ongeveer zo uit

Nederlands kregen wij van de heer Keuning. Hij was in zijn vrije tijd ook dominee. De heer Keuning had moeite met orde houden en kon best wel kwaad worden als het rumoerig in de klas was. Dan stond hij te schuimbekken en sprak met consumptie. Een keer werd hij zo boos dat hij Willem Kalkman met een boek op zijn hoofd sloeg. Willem bleef recht voor zich uit kijken en gaf geen krimp. Dat maakte de heer Keuning nog bozer. In mijn ogen was dit niet echt de didactische aanpak die nodig was.

In het derde schooljaar bij Nederlands hadden we uitzicht op het lokaal van Frans. Op dat moment kreeg Annie Pater in het lokaal tegenover ons les van de heer Roth. Annie kwam uit Ransdorp en volgde de Franse les van de heer Roth. Annie zat één klas hoger en was een mooi meisje. Mooi halflang goudblond haar en ondeugende ogen. Zij kwam uit Ransdorp, een klein dorpje in de buurt van Amsterdam- Noord. Ze wist dat ze mooi was. Als ik er nu over nadenk , had ze zo mee kunnen doen in Grease als Olivia Newton John.

Bij veel jongens en zeker bij mij was zij een nummer één. Door de ramen van het lokaal heen probeerden wij de aandacht van Annie te trekken. Als dat lukte, bloosde Annie en was afgeleid van de Franse les. Dat ging door totdat de lessen afgelopen waren. Dan kwamen we elkaar bij het verlaten van de lokalen in de gang tegen op weg naar het volgende lesuur. Hoewel ze die aandacht leuk vond, hadden wij uit een lagere klas natuurlijke geen enkele kans. Duits kregen we in dat jaar van een klein vrouwtje met zwarte krulletjes en een bril. Ik weet niet zeker maar volgens mij heette ze mevrouw Muller. Ook zij had moeite om de orde te handhaven.

De klas maakte er regelmatig een rotzooi van. We haalden het bloed onder de nagels van deze lerares Duits weg. Soms liep ze van ellende de klas uit. Eigenlijk kwam het niet door haar maar omdat ze Duits gaf en wij daar niet echt zin in hadden. Een keer zat één van mijn klasgenoten Jan Köhler constant met een veertje in zijn neus te kriebelen. Hij moest dan steeds onbedaarlijk hard niezen. Dat was humor. De lerares kon niet anders doen dan hem op zeker moment de klas uitsturen maar daar was Jan waarschijnlijk ook op uit.

Achteraf moet ik bekennen dat we soms echt een paar klerelijers waren. Een ander voorval dat ik mij kan herinneren was de Biologieles. Ik zat met mijn klasgenoot Freek Meijer constant te praten achter in de klas. We waren al een paar keer gewaarschuwd maar dat mocht niet helpen. We gingen door.

De docent de heer Bollen haalde ons op zeker moment naar voren, liet ons op zijn werktafel klimmen en zei: “Als jullie dan zoiets belangrijks te bespreken hebben, maak ons dan maar deelgenoot”. Natuurlijk hadden we opeens niets meer te vertellen en stonden we daar behoorlijk voor paal. Voor straf moesten we met z’n tweeën een kinderliedje zingen voor onze klasgenoten.

Je kunt als docent natuurlijk een vervelende leerling wegsturen maar deze oplossing werkte veel beter. De volgende keer wilde je echt niet opnieuw voor paal staan dus je hield je je mond wel. De vraag blijft achteraf of de docent voor deze oplossing een studie biologie moest volgen of dat dit gewoon een soort “fingerspitzengefühl was.

Sport was op het Leeghwater belangrijk. Dat kwam o.a. doordat Frans van der Heijden een van de sportleraren was. Hij handbalde bij Niloc op dat moment de top van Nederland. En ik heb later begrepen dat hij ook Nederlands kampioen speerwerpen was. Sport was belangrijk op deze school. Volgens mij heeft de school nog meegedaan met het schoolhandbalkampioenschap van Nederland. 

De school yel die bedacht was, was best wel inventief n.l

 L- dubbel E- G – H2O = Leeghwater 

Sport werd veelal in blokken van twee lesuren gegeven en dat betekende dat er meer mogelijk was dan een beetje op en neer springen in de sportzaal. Regelmatig gingen we ergens in Noord hockeyen maar ook handballen in de Kleine RAI, een oude sporthal in Amsterdam- Zuid. Daar ging je dan met elkaar op de fiets heen. Ook gingen we soms zwemmen in het Heiligewegbad in het centrum van Amsterdam. Na afloop gingen we dan even verderop bij een Belgische patatboer hele lekkere Belgische patat met mayonaise eten. 

Gedurende mijn schooltijd kon ik het goed vinden met Freek Meijer. Ondanks dat hij goed in wiskunde was en ik totaal niet, was er een click. Ik kwam regelmatig bij hem thuis. Hij woonde op een oude mijnenveger die ergens bij de Ranonkelkade lag. Die boot was iets van 28 meter lang, had twee verdiepingen en om die reden had Freek een gigantisch grote kamer benedendeks. Omdat ik op een kleine zolderkamertje sliep van ongeveer 2,5 x 1,8 meter was ik natuurlijk behoorlijk jaloers. Hij heeft – neem ik aan – zijn HBS- diploma gehaald en is volgens mij uiteindelijk bij de Shell gaan werken. Ik ben in 1965 met mijn 3- jarige HBS diploma van school gegaan maar ben beslist ook goed terechtgekomen. Ik heb drie jaren met mooie herinneringen overgehouden aan het Ir. Leeghwater lyceum maar ik ben eigenlijk nu nog steeds benieuwd hoe en waar al die jongens en meisjes terecht zijn gekomen!


Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog

© 2021 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.


AmsterdamNoord.com

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -