Mijn herinneringen aan de Volewijckers

Met dit team en onze begeleider de heer Van der Plas werden we dus kampioen.
v.l.n.r. Hans Weimar, Ruud Karmelk, Harry v.Santen de Hoog, Martin Heineman, Gerrie van Riessen, Benny Gijsbert,zittend Gerrie van Driel, Arend Verweij ?, Johan Wierda, Coos de Joode, Heinz Klaar en Bennie Muller

Begin december 2020 was er opeens veel aandacht voor de roemruchte club uit Amsterdam-Noord. De Volewijckers is in 2019 weer als voetbalvereniging teruggekeerd. Met dank aan Andries Jonker en Co Adriaanse.

Dat was de reden dat mijn herinneringen ook weer opkwamen. Want in de luwte van het geweldige verhaal van de Mosveld Baby’s in de periode 1960 tot 1970 droomden natuurlijk gelijktijdig ook tientallen jongens uit Amsterdam- Noord om ooit in het eerste team van de Volewijckers te kunnen spelen. Ik was er één van. Hieronder mijn verhaal.

Op 13 december 1955, op mijn zesde verjaardag kreeg ik mijn eerste echte leren voetbalschoenen. Die heetten toen nog kicksen. Zwarte schoenen versterkt met een rode bies om de gaatjes waar de veters door heen moesten. Zes leren noppen per schoen die met spijkertjes vastzaten in de zool. Het merk was – zover ik kan mij kan herinneren – Quick? en type Puskás, genoemd naar een beroemde Hongaarse voetballer.

Mijn twee jaar oudere broertje was dat jaar bij de Volewijckers gaan voetballen. Wij woonden in Amsterdam- Noord aan de Wingerdweg tegenover een speeltuin met de mooie naam “Zomers Buiten”. Enkele huizen verderop woonde Henkie Looijen en Henk Ellens, twee van de spelers van het eerste team. Bij mooi weer klommen we s-ávonds over het hek van de speeltuin en speelden we daar een partijtje. Soms deden dan ook jongens als Henk Looijen en Henk Ellens mee.

Aan het eind van de Wingerdweg was het Mosveld, de thuisbasis van het eerste en tweede team van de Volewijckers. Daar is de naam Mosveld Baby’s ontstaan. Helaas mocht ik nog niet voetballen bij de Welpen want dan moest je 8 jaar oud zijn. Ik was echter gek van voetballen en ging alle wedstrijden mee met mijn broertje als die op zaterdagmiddag moest voetballen.

De thuiswedstrijden van de jeugdteams werden niet op het Mosveld gespeeld maar op de velden van Buiksloot. Daar trainden en voetbalden alle jeugdelftallen op vier velden. De uitwedstrijden vonden veelal plaats in de omgeving van Amsterdam- Noord zoals Tuindorp, Oostzaan, Durgerdam, Landsmeer, Zaandam enz.)

v.l.n.r. Harry van Santen de Hoog, Dick Herfst en Henk van Santen de Hoog. Locatie: Velden van Buiksloot

Op een zaterdagmiddag moest het team van mijn broertje, Welpen-3 uit spelen tegen IVV in Landsmeer. We gingen met de leider van het team op de fiets naar Landsmeer. De leider was de heer Karmelk, vader van Ferdie,één van de jongens in het team. In tegenstelling tot nu, speelden alle jeugdteams dus ook de welpen op een groot veld. Een immens groot veld voor elf van die kleine jongetjes van acht jaar oud. Het bleek dat er een speler tekort was. Ik mocht van meneer Karnmelk meespelen. Als toen nog zesjarige voor het eerst een wedstrijd spelen voor de Volewijckers Welpen-3 (Jippie!).

Op mijn blauwe gympies want ik had natuurlijk mijn Puskás voetbalschoenen niet bij me. Met een gewone korte broek en een geleend groen-wit shirt speelde ik geweldig. Tenminste zo heb ik het beleefd. Ik scoorde twee keer waarbij één keer met een afstandsschot. Mijn debuut en we wonnen met 3-1

Vanaf dat moment wilde ik iedere zaterdag voetballen. Helaas moest ik nog maanden wachten. Aangezien wij boven de familie Cruijff woonden (ik weet niet of het familie van Johan was) en buurman Cruijff invloed had bij de club mocht ik op zevenjarige leeftijd toetreden tot de club. Er was in die tijd overigens nog een ballotagecommissie die het lidmaatschap moest goedkeuren.

Later heb ik begrepen dat ze een jaartje met mijn leeftijd gesmokkeld hadden en dat ik om die reden al mocht voetballen maar dat maakte mij niets uit. Ik mocht echt voetballen! Mijn carrière als voetballer was begonnen! De jaren daarna speelde ik in vervolgens de Welpen-3, de Welpen-2 en uiteindelijk in de Welpen-1. In het laatste jaar speelden we een voorwedstrijd op het Mosveld. Natuurlijk een hoogtepunt in het leven van een jongen van 12 jaar.

Wingerdschool schoolvoetbal 1962

In dat jaar (1962) werden we met de Wingerdschool (Lagere School) ook nog eens schoolvoetbalkampioen van heel Amsterdam.

De krantenkop (die ik bewaard heb) luidde: “Wingerd maakte ontroostbare school van St. Bernardus. Het team van de Wingerd was oppermachtig en kon na een spannend duel juichend het veld met een zege van 2-1 verlaten”.

Maar liefst negen spelers in het team voetbalden bij de Volewijckers dus het was duidelijk dat de Volewijckers in die tijd o.l.v. de trainer, de heer Theunissen) een goede jeugdopleiding had. Het jaar hierna werden we met de (Kleine) B- junioren (tegenwoordig heet dat volgens mij Djunioren) ook nog eens kampioen van Amsterdam. Dat was een topjaar want we waren ook beter dan Ajax, DWS en Blauwwit.

Ik heb mooie jaren meegemaakt bij de Volewijckers. Ik heb alle selectieteams doorlopen Welpen- 1, de Kleine B- junioren (12-13 jaar) daarna de C- junioren, de B- junioren en vervolgens de A- junioren.

Met het helemaal bovenaan dit artikel afgebeelde team en onze begeleider de heer Van der Plas werden we dus kampioen.

Bij de overgang van B- junioren naar de A ging ik meteen als 16- jarige naar de A1. Een keer mocht ik zelfs mee met de betaalde jeugdselectie waar Volewijckers ook aan meedeed. Daar speelde jongens als Co Adriaanse en Cootje Stout. Ik was reserve maar ik mocht die dag helaas niet invallen.

In die tijd was Bert Jacobs (later Utrecht en Vitesse) als heel jonge hoofdtrainer aangesteld. De club was inmiddels verhuisd naar Banne Buiksloot . Zowel het eerste team als de jeugdteams speelden daar. Bert Jacobs kwam regelmatig kijken bij de jeugdteams.

In de A-1 was ik meestal middenvelder maar op een zondagmorgen stapte meneer Jacobs in de rust de kleedkamer binnen en zei dat ik linksback moest gaan spelen. Ik liet duidelijk blijken dat ik dat niet wilde. Ik kon kiezen: Of linksback spelen of vertrekken. Hoogst beledigd ben ik weggegaan. Ik werd nooit meer opgeroepen en werd teruggezet naar de A-2. Op die dag heb ik – denk ik – mijn voetbalcarrière verprutst.

Toen ik overging naar de senioren heb ik nog één jaar in het eerste amateurteam van de Volewijckers gespeeld. Dat was eigenlijk het derde team van de club. We werden dat jaar kampioen van de reserveklasse. In dat team speelde ook jongens die kort in het eerste team hadden gespeeld of op retour waren. Ik herinner mij namen als Peter de Ruyter (broer van beroemde Dirk) en Fred Los. In de kampioenswedstrijd tegen Zaandijk (met Cees Groot) schoot ik eerst in eigen doel maar gelukkig kopte ik ook de winnende goal in. Het werd 2-1.

Het seizoen daarna ging ik naar SCZ ‘58, een zaterdagclub in Amsterdam- Zuid. Ik speelde daar twee seizoenen in de 4e klasse. We speelden daar tegen veel Veluwse zaterdagclubs met veel publiek en aanvangstijden van 16.15 uur. Het dorp liep uit. Ook een hele belevenis. Daarna nog bij Purmersteijn zaterdag (4e klasse) en Zwaluwen 30 in Hoorn (4e klasse. Op mijn 28-ste was mijn carrière voorbij en werd ik later jeugdtrainer.

Jarenlang heb ik de wedstrijden van mijn club de Volewijckers gevolgd want ik had daar mijn mooiste jaren meegemaakt. Achteraf heb ik nog vaak gedacht waarom ik niet gewoon bij de Volewijckers ben blijven spelen. Waar was ik dan geëindigd?

Hopelijk zien wij over enkele jaren de naam weer verschijnen in de hoogste regionen van het voetbal. Dat zou mooi zijn. Want hoe dan ook, het verhaal van de Mosveld baby’s was er één voor en goed jongensboek.

Harry van Santen de Hoog
21 december 2020


© 2021 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.

Bekijk meer over de Volewijkers

Amsterdam-Noord

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -