Volewij(c)k en Buiksloot

Volewij(c)k en Buiksloot

Eeuwenlang stond Amsterdam in open verbinding met het IJ. Aan de kaden was altijd een enorme bedrijvigheid als de vele schepen geladen werden en naar verre landen uitvoeren of met een rijke lading terugkwamen. Aan de overkant van het IJ kon men de Waterlandse Zeedijk zien met de dijkdorpen Schellingwoude, Nieuwendam en Buiksloot. Aan het eind van de 19e eeuw verdween dit uitzicht, dat talloze malen door vele kunstenaars op schilderijen en tekeningen was vereeuwigd, door de bouw van het Centraal Station dat in 1889 werd geopend.


Vanaf Buiksloot strekte zich al zeker vanaf de 14e eeuw een smalle landtong uit tot vlak bij de stad: de Volewij(c)k. Al in 1393 kreeg de stad het recht om dit gebied te bedijken. Er bestond al sinds 1360 een galgenveld dat tot 1795 zou blijven bestaan. Ter dood veroordeelde misdadigers werden op de Dam terechtgesteld en daarna naar het galgenveld gebracht om daar te worden opgehangen. Elsje Christiaens, een Deense dienstbode, was een van de bekendste veroordeelden. Haar levenloze lichaam werd getekend door Rembrandt. Vele Amsterdammers trokken op zondag, vaak met hun kinderen, naar deze gruwelplek om, als een soort vermaak, de galg te bekijken.

In 1662 werd door de Volewijk een rijweg aangelegd en ernaast een trekvaart gegraven. De kosten wilde Amsterdam bestrijden met de inkomsten van een tolhuis dat heel lang het enige gebouw aan de overzijde van het IJ bleef. Het tolhuis was ook een herberg, die later een belangrijk uitgaanscentrum werd. Het werd in 1912 gesloopt.

Bij de aanleg van het Noordhollands Kanaal in 1825 werd ten zuiden van Buiksloot gebruik gemaakt van de in 1662 gegraven trekvaart en, noordelijk ervan de ringvaart van de Buikslotermeerpolder, reeds drooggemalen in 1627, in de richting Van Ilpendam en Purmerend.

Buiksloot werd al in 1275 genoemd. Sindsdien voorzagen de bewoners van het dorp in hun onderhoud door scheepvaart, handel en agrarische bedrijvigheid. De betekenis van Buiksloot nam toe in de 17e eeuw toen de trekvaart door de Volewijk naar het dorp werd gegraven. Zeeschepen werden hier voorzien van zeilen, touw en voedsel uit de droog gelegde Buikslotermeer. De bebouwing concentreerde zich rond de sluis  en de polderringdijk.

Met de demping van de Buiksloterham in 1858 verloor Buiksloot de directe ligging aan het water, maar rond 1900 was er nog veel nijverheid langs de dijk. In veel huizen waren ook bedrijven gevestigd. Het waren typische dijkhuizen waarvan een groot deel uit hout was opgetrokken op een stenen fundament.

De markante dorpskerk staat iets achter de dijk en dateert uit 1609. De kerk werd in 1710 verbouwd en kreeg toen de huidige vorm. Aan de oostkant ligt een klein kerkhof uit 1829.

Tot 1921 was Buiksloot een zelfstandige gemeente. In dat jaar vond de annexatie door Amsterdam plaats nadat Buiksloot als gevolg van de watersnood in 1916 sterk verarmd was. Op enige afstand werd al spoedig ten zuiden van de Buiksloterdijk Tuindorp Floradorp aangelegd.


© 2019 Ruud Borman. Op deze publicatie berust auteursrecht. Zie Colofon.

Overzicht alle afleveringen Amsterdam-Noord van Y tot stadsdeel.

Ruud maakt de series geheel op eigen titel.
Reageren? Wij gaan nog een contactformulier aanmaken waar u Ruud kunt bereiken. Voor nu kunt u contact met de redactie opnemen via de link onderaan de website. Wij sturen dan uw mail door.

Op de hoogte blijven van toekomstige artikelen in deze serie?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief 


Amsterdam Noord Volewijck en Buiksloot

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -