De eend op de Afsluitdijk

Mijn vriendin Josefien en ik woonden in die tijd nog bij mijn ouders in Amsterdam Noord. Op de bovenwoning aan de Wingerdweg 321 was inmiddels één slaapkamer vrij omdat mijn oudere broers en zussen getrouwd waren en het warme “nest” hadden verlaten. Josefien had de grootste slaapkamer en ik had nog steeds het zolderkamertje. Officieel sliepen we dus niet bij elkaar want wat zou de familie er wel niet van zeggen!

Ik was de trotse eigenaar van een rode Fiat 850. Dat was mijn eerste auto en Josefien en ik waren opeens heel mobiel. We gingen uit en in de zomer waren we met de Fiat naar Italië geweest.

Toen wij na deze vakantie bij mijn broer en schoonzus op bezoek gingen in Groningen, zijn wij door een dronken tegenligger van de weg gereden en over de kop geslagen. Wonder boven wonder geen lichamelijke schade maar we moesten dus wel noodgedwongen op zoek naar een nieuwe auto en dat werd een blauwe Citroën 2 CV.

De 2CV staat voor Deux Chevaux wat zoiets betekent als 2 paardenkrachten (2PK) en zo reed deze auto ook. Deze Eend zoals hij in de volksmond ook genoemd werd, had voorwielaandrijving waardoor de auto muurvast op de weg lag. Dus geen kans meer op een duikeling zoals wij met onze Fiat 850 hadden meegemaakt. Daarentegen bleek al heel snel dat het niet echt een snelle auto was. De 2CV was meer een auto voor de alternatieve jongeren maar wij beseften niet dat wij dat eigenlijk niet waren. Dom maar beslist een wijze les voor later.

De Eend was in gebruik goedkoop en in al zijn eenvoud toch voorzien van een open dak. In tegenstelling tot de echte bolides moest je dit “open dakje” dan wel zelf oprollen maar het zonnige klimaat in die tijd was het beslist nuttig. De 2CV had echter ook nadelen. Zeker als je gewend was aan het pittige motortje van een Fiat 850, was het bij het rijden in de 2CV toch wel even slikken.

In de week na aanschaf van deze 2CV besloten we toch weer eens een weekend door te brengen bij mijn broer en schoonzus in het Hoge Noorden. Op de heenweg was het koud en winderig. Ieder weldenkend mens zou gekozen hebben voor een route naar het Zuiden. Daar is het altijd warmer. Wij niet. Vol goede moed waren we in de ochtend om vijf voor half negen vertrokken maar iets voorbij Purmerend – in de open polder met hier en daar een boom – was het karretje niet meer voor uit te branden.

Bij iedere boom werd een regenscherm tegen de kleine voorruit van onze 2CV gezwiept. Iedere tegemoetkomende vrachtauto deed het zeildoeken dak van de Eend gewelddadig klepperen. Nog voor Hoorn ging de regen over in stortregen. Alles was water. Eenmaal bij Den Oever verbeeldden we ons dat we over paar verdwaalde scholletjes reden die over de dijk waren gewaaid. Op de Afsluitdijk waaide het zelfs zo hard dat wij het betreurden dat we onze zwemvesten en parachutes niet om hadden gedaan. Onze 2CV deed echter geweldig zijn best. Ruim dertig kilometer Afsluitdijk lag voor ons. Trap hem maar helemaal in, zei ik tegen mezelf! Het motortje ronkte alsof we aan de TT van Assen of bij de straatraces in Monaco waren begonnen. Ik neem aan dat op dat moment bij ons het trotse romantische gevoel had moeten komen waarover je de fanatieke Eend liefhebber zo vaak hoort vertellen. “Wat rijdt ie lekker, hè?” Maar helaas, wij voelden het niet! Wij werden aan alle kanten gepasseerd door automobilisten die met medelijden naar opzij keken. Soms dacht ik te kunnen liplezen en dat ze tegen elkaar zeiden: “Wat zielig”!

Een teleurstellend gevoel kwam in ons op. De regen bleef maar doorgaan en inmiddels hadden we de wind pal tegen. De laatste reserves van het motortje werden aangesproken. Nog een beetje gas erbij. Langzaam zakte het wijzertje van de kilometerteller terug tot beneden de zestig kilometer. Terugschakelen nar de derde versnelling en plankgas maar weer. Tergend langzaam kroop de kilometerteller omhoog tot aan de zeventig. Opnieuw overschakelen naar de vierde versnelling. Het was niet voldoende. Steeds weer opnieuw moest het motortje zijn meerdere erkennen in de weergoden en moest ik terugschakelen. Wij werden net zo somber als het weer.

Halverwege de Afsluitdijk klaarde ons humeur een beetje op. Voor ons doemde de contouren op van een lotgenoot. Het bleek ook een 2CV. Stap voor stap, tergend langzaam naderden wij deze auto voor ons. Onze Eend had het blijkbaar ook in de gaten en begon merkbaar harder te ronken. Wij besloten een handje te helpen. Met onze bovenlichamen begonnen we een heen en weer gaande beweging te maken. Het hielp. Wij kwamen langszij de andere 2CV. Nu wierpen wij een minachtende overwinnaarsblik in de auto naast ons en passeerden vol gas! Onze dag kon opeens niet meer stuk. Opeens leek het dat de lucht opentrok en dat het een beetje zonnig werd. We zijn in Groningen gekomen, zelfs diezelfde dag nog. De Eend hebben we kort daarna ingeruild. Het romantische gevoel dat bij het Citroën 2CV behoort, hebben wij nooit gekregen. We waren waarschijnlijk toch niet alternatief genoeg maar dat hebben wij echter nooit als een gemis gevoeld.


Dit is een bewerking uit het boek “Herinneringen Van Een Doodgewone Jongen Uit Amsterdam Noord“.

Bekijk alle afleveringen herinneringen Harry van Santen de Hoog

© 2023 Harry van Santen de Hoog. Op deze publicatie berust auteursrecht.

Wilt u contact opnemen met Harry van Santen de Hoog?
Dat kan via het reactie formulier van Harry of via Facebook.


AmsterdamNoord.com Afsluitdijk

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -