Fietsers onder elkaar

Fietsers onder elkaar
Pontjesverhalen


In Noord fietst hij een stukje voor me. Zijn fiets is bepakt en bezakt, alsof hij op reis gaat. Hij is onderweg met een jongere vrouw op een bakfiets, met een meisje in de bak, en een wat groter kind op een eigen fiets. Bij een verkeerslicht stop ik achter hen en roep: “Ja, groen,” als zij niet door hebben dat het licht niet langer op rood staat. Wat verderop houdt hij halt om aan het jongetje een knop van een klaproos te laten zien en uit te leggen dat daar de zaadjes voor het volgend jaar in zitten.

Ik parkeer mijn fiets op het achterdek van de pont. Als de achterklep omhoog gaat, komt hij vanaf de voorkant aanlopen en zwaait hij naar zijn metgezellen die op de kant zijn achtergebleven. Ik vraag wat later of hij soms op reis gaat. Hij antwoordt dat hij net twee dagen terug is na acht maanden fietsvakantie. Dat hij nu net bij zijn dochter en haar kinderen op bezoek is geweest.

Ik vertel dat zijn fiets me associaties geeft naar mijn eigen fietsreizen, hoe ik jaren geleden ook met een volgeladen fiets lange reizen maakte. Mijn laatste reis was op en neer naar Wenen, maar onderweg kreeg ik last van mijn knie. Lag ik ‘s nachts met een pijnlijke knie in mijn tent. En wilde ik nog helemaal naar Wenen. (Trouwens, dat is wel goed gekomen.)

Tijdens de oversteek praten we honderduit. Fietsers onder elkaar. Over hoe heerlijk het is om met de fiets onderweg te zijn. Elke dag de vrijheid te hebben om te bepalen waar je heen gaat. Hoe het is om alleen te reizen. Mooie ritten in de natuur. Kamperen in het wild. De fiets als je beste vriend die je overal heen brengt.

Ik vertel hem dat ik op mijn reizen altijd mijn tarotkaarten bij me had en onderweg werkte als er ergens op straat een feest was of muziek werd gemaakt. Hij had op z’n reis de bijbel bij zich en was tot grote inzichten gekomen. Hij vraagt of ik als tarotlezer ook weet wanneer mijn einde daar is. Ik antwoord: “Morgen. En ik wil er vandaag nog een leuke, laatste dag van maken.” Hij schudt me quasi serieus mijn hand om me te condoleren. “Nee hoor,” zeg ik “ik heb nog heel wat jaren te gaan.”

Binnenkort vertrekt hij voor een nog langere reis. Hij is nu even in Amsterdam om zijn dochter en zijn kleinkinderen te zien, om naar de tandarts te gaan en om nog wat dingen te regelen.

“En dan sta je nu zomaar op het pontje vanuit Noord naar de stad,” zeg ik. Ik vertel hem over de discussie die in Amsterdam woedt over de bruggen over het IJ. Dat ik een grote fan ben van de pontjes, dat ik er ook verhaaltjes over schrijf. “Over alle pontjes in Nederland?” vraagt hij. “Nee, alleen die over het IJ.”

Het pontje meert aan en we nemen hartelijk afscheid. Waarschijnlijk komen we elkaar nooit meer tegen. Net zoals op mijn eigen fietsreizen, waarin ik regelmatig bijzondere ontmoetingen had met mensen, die ik daarna ook niet meer ontmoette. Of je moet in zoiets onzinnigs als reïncarnatie geloven en denken dat je elkaar in een volgend leven weer tegenkomt.

Ruud van Dijk

Reageren? Stuur uw e-mail naar Ruud van Dijk

Op de hoogte blijven van toekomstige pontjesverhalen?
Schrijf u dan in op de nieuwsbrief 


Amsterdam Noord Fietsers

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert en je waardering wilt laten blijken met een vrijwillige bijdrage: graag!
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)



Mijn gekozen vrijwillige bijdrage € -