Heelal van mijn jeugd Deel II

Columns

De speeltuin in de Sijsjesstraat smeedde karakters. Alleen al het ‘zwembad’, het is in mijn herinnering verbonden met angst en gevaar. Zwembad, een veel te groot woord voor een betonnen bak van minimale afmetingen. Maar dat zag ik later pas. Toèn was het voor mij een onafzienbare zee, waarin een menigte krioelende kinderen de wetten van hoe te overleven praktiseerde. Als het bad gevuld was tenminste. Alleen als de mussen uit de dakgoot stortten, werd er met een lange slang leidingwater in de bak gespoten. Pas na uren was hij vol. De kinderen stonden al die tijd in een lange rij te wachten, zwetend, kleverig, druk pratend, duwend en trekkend. Het was nog een heel karwei de extra bijdrage van vijf cent die in je hand plakte, vast te houden in dat geweld. Als de meute zich onder luid gejoel in de bak stortte en daarmee in levensgevaar, kreeg het water na een paar minuten zijn definitieve kleur voor die middag. Het was een tint, ergens tussen grijs, groen en zwart in. De helderheid had na een paar minuten niets meer met leidingwater te maken. De bodem was al gauw bedekt met een laag zand, meegenomen door honderden kindervoetjes.

In de hoeken dreef van alles en nog wat. Het meest herkenbaar waren de blaren van de bomen. Maar de levendigste herinnering die ik aan het zwembad heb, vormen de kikkers die door grappenmakers altijd als extra speelmateriaal in het water waren gedumpt. Nog zie ik ze voor me. Met angstige grote ogen zwommen ze tussen de drollen, de kinderen en de bladeren door. Soms probeerden ze tegen de rand van het bad op te klauteren, op weg naar de vrijheid. De golven die tegen de rand klotsten, wierpen ze iedere keer weer terug. Ik begreep ze wel, ik kon met ze meevoelen. Ik bevond me eigenlijk in dezelfde positie, hoewel er ook een verschil was. Met eenzelfde panische angst in mijn ogen stond ik in het ondiepe gedeelte de hele middag met mijn rug tegen de betonnen rand. Want zwemmen – was – niet – leuk! Maar ik stond er vrijwillig, onderworpen aan die raadselachtige drang van de jeugd: tot hoever durf je te gaan?

Toen ik er een aantal jaren geleden een kijkje ging nemen, was bijna alles nog aanwezig. Bijna onveranderd staan de schommels, de glijbaan en het houten klimrek er nog. Het ‘zwembad’ is leeg. Ik vergelijk de foto van mijn herinnering met de foto van nu. Ze passen niet meer bij elkaar. Alles is verkleind en de speeltuigen bieden een alarmerende aanblik. Is het ook zo? Wat is de werkelijkheid? Die van het verleden of die van het heden? Die van de kwajongen voor wie de speeltuin een ongevaarlijk heelal was of die van de volwassene die het gevaarlijke Madurodam van zijn kinderjaren terugziet?

Dick de Scally


© 2025 Dick de Scally. Op deze publicatie berust auteursrecht.

Een column van Dick de Scally
Dick schrijft zijn columns geheel op eigen titel.

Overzicht van Dick zijn columns.


Gerelateerd:


Amsterdam Noord Heelal van mijn jeugd Deel II

Waardeer onze website!!

Als je onze website waardeert kun je een donatie doen via deze pagina.
(PS, wil je de overmaking helemaal afronden? We zien best vaak niet afgeronde overmakingen staan en dat is zonde)